De Balinees is een half langharige Siamees. Ze hebben hetzelfde uiterlijk als een Siamees, maar dan met een langere, zijdezachte vacht.

De selectie van de Balinees begon halverwege de jaren 50, toen een paar fokkers besloten om langharige Siamezen te gaan selecteren. Om dit doel te bereiken, kruisten de fokkers hun Siamezen met andere langharige katten (zoals Perzische katten). Helen Smith, een van de grondleggers van dit ras, besloot ze Balinees te noemen, omdat volgens haar het uiterlijk en de elegantie van dit ras doen denken aan de gratie van Balinese dansers. De Balinees werd in 1983 erkend door de FIFe.

Het uiterlijk van de Balinees is in wezen hetzelfde als dat van de Siamees, met diepblauwe ogen en de typische colourpoint vacht, maar dan met lang haar. Siamezen hebben geen ondervacht en een zeer korte, zijdezachte en heldere vacht, terwijl Balinees middellang haar heeft, dat langer wordt op de kraag, schouders en de staart en een pluim vormt. Ze hebben een slank lichaam, lange poten, een taps toelopende staart, grote puntige oren en een wigvormige kop met een lange, taps toelopende snuit en schuine ogen.