De Ocicat is een middelgrote tot grote, volledig gedomesticeerde kattensoort die lijkt op een wilde kat, maar geen recent wild DNA in zijn genenpool heeft. Het ras heeft een gevlekt tabby patroon, net als een wilde kat, maar heeft het temperament van een gedomesticeerd dier. De naam is afgeleid van de gelijkenis met de ocelot.

De eerste fokker van Ocicats was Virginia Daly uit Berkley, Michigan (VS), die in 1964 probeerde een Abessijn-point Siamees te fokken. De eerste generatie kittens bleek Abessijn te zijn, maar het resultaat in de tweede generatie was niet alleen de Abessijn-point Siamees, maar ook een gevlekt kitten. Dit kitten werd gecastreerd en als huisdier verkocht, maar verdere dekkingen met de ouders leverden meer gevlekte kittens op en vormden de basis van het Ocicat-fokprogramma. Tegenwoordig is de Ocicat over de hele wereld te vinden en populair vanwege zijn volledig gedomesticeerde temperament, maar wilde uiterlijk. Het ras is sinds 1992 erkend door de FIFe.

De Ocicat heeft de uitstraling van een atletisch dier: goed gespierd en stevig, sierlijk en lenig, maar toch met een vol lichaam en borst. Deze krachtige, atletische, maar toch sierlijke, gevlekte kat staat vooral bekend om zijn “wilde uiterlijk”. De Ocicat heeft amandelvormige ogen en de oren staan in een hoek van 45 graden. Een van de meest opvallende kenmerken van de vacht van dit ras zijn de grote, contrasterende vlekken in de vorm van een duimafdruk.