MAINE COON
De Maine Coon is een natuurlijk, erg groot en krachtig
ras met een vriendelijk karakter.
Introductie
De Maine Coon is een natuurlijk, erg groot en krachtig ras met een vriendelijk karakter. Poezen zijn doorgaans kleiner dan katers.
De naam van het ras is afkomstig van een legende over een paring tussen een wasbeer en een kat, wat biologisch onmogelijk is.
Historiek
De Maine Coon komt van boerderijen in Maine, New England, waar ze als werkkatten worden gebruikt. Verschillende legendes verklaren de oorsprong van de Maine Coon, van de langharige katten van Marie-Antoinette tot katten die door Vikingen naar het buitenland werden geïmporteerd. De eerste schriftelijke vermeldingen van Maine Coons dateren uit 1861. Het ras werd in 1982 erkend door de FIFe.
Uiterlijk
De Maine Coon is een grote kat met een brede borstkas en een stevig skelet, een lang, gespierd, rechthoekig lichaam en een lange, vloeiende staart. Een goede spierspanning en -dichtheid geven de kat een krachtige en robuuste uitstraling. De vierkante kop, vierkante snuit, sterke kin en het bijzondere uiterlijk van de Maine Coon benadrukken zijn kracht en robuustheid. Hun “alle weersomstandigheden” vacht is zijdezacht van textuur en zelfs de poten en oren zijn rijkelijk behaard.
Temperament
Maine Coons worden ook wel “zachtaardige reuzen” genoemd. Ze hebben een lief en zachtaardig karakter, ondanks hun grootte en uiterlijk. Maine Coons zijn doorgaans een “stil” ras, hoewel ze veel communiceren met hun mensen- en kattenfamilie door middel van verschillende tjilpende geluiden. Extravert, vrolijk, speels en trouw, zijn ze een echte gezelschapshond en gezinslid.